Brommobielbestuurders moeten gebruikmaken van de rijbaan. Het gebruik van het (brom)fietspad is verboden. De brommobiel met een maximumsnelheid van 45 km p/u wordt niet toegelaten op autowegen en autosnelwegen. De brommobiel wordt wél toegelaten op wegen waar 80 km per uur mag worden gereden, mits deze niet gesloten zijn voor langzaam verkeer. Voor brommobielbestuurders gelden dezelfde regels als voor bestuurders van motorvoertuigen. Alle weggebruikers moeten de brommobiel als een motorvoertuig behandelen. Zo moet bijvoorbeeld voorrang verleend worden aan een brommobiel die van rechts komt. Ook het inhaalverbodsbord voor motorvoertuigen is van toepassing op het inhalen van een brommobiel. Zowel binnen als buiten de bebouwde kom geldt een maximumsnelheid van 45 km per uur, tenzij ter plaatse een lagere maximumsnelheid geldt, zoals in een 30km/u-zone. Een brommobiel moet aan de achterzijde voorzien zijn van een 45km-sticker. Het is niet toegestaan op de brommobiel gele of oranje platen of vakken aan te brengen (zoals op het voorspatbord van brom- of snorfietsen).

De brommobiel moet geparkeerd worden op de rijbaan, op andere voor parkeren bestemde weggedeelten of in daarvoor bestemde parkeervakken. Als er ‘betaald parkeren’geldt, dan geldt dat ook voor uw brommobiel. Een brommobiel is geen gehandicaptenvoertuig en mag niet geparkeerd worden op het voetpad of troittoir. Alleen met een gehandicaptenkaart mag de gebruiker op een gehandicaptenparkeerplaats staan. Soms wordt een parkeergelegenheid voor een brommobiel expliciet aangegeven door een onderbord bij het bord ‘gehandicaptenparkeerplaats’ met de tekst ’brommobiel’. Brommobielen zijn twee-persoonsvoertuigen. In omliggende landen zijn er voertuigen voor vier personen, maar die zijn in Nederland niet toegelaten als brommobiel. De bestuurder van een brommobiel mag één persoon naast zich vervoeren. Passagiers jonger dan 12 jaar en kleiner dan 1.50 meter moeten gebruikmaken van een kinderbeveiligingsmiddel voorzien van een EU-goedkeuringsmerk. De brommobiel mag een aanhangwagen voortbewegen. Een aanhangwagen moet in aangekoppelde toestand aan de volgende eisen voldoen:
• De aanhangwagen mag met inbegrip van de lading niet breder zijn dan 1.00 meter.
• De aanhangwagen mag inclusief de lading niet hoger zijn dan 1.00 meter.
• De aanhangwagen mag niet zwaarder zijn dan de helft van het gewicht van een lege brommobiel (dus max. 175 kg).
• De afstand van de achteras van de brommobiel tot de achterzijde van de aanhangwagen (de lading inbegrepen) mag niet meer zijn dan 2.00 meter.